Acht van Chaam

Op 25 april 2014 bekrachtigde ik, als voorzitter van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed, de plaatsing van de Acht van Chaam, de oudste wielerkoers van Nederland, op de Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed. Als toerfietser en wielerliefhebber had ik dat ook bedongen. Hier wat achtergronden en reflecties over deze materie.

In mei 2012 heeft Nederland het UNESCO Verdrag ter bescherming van het Immaterieel Erfgoed ondertekend. De Nationale Inventaris wordt geïmplementeerd door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE).

Tussen materieel en immaterieel erfgoed bestaan twee belangrijke verschillen. 
Bij Materieel Erfgoed bepalen uiteindelijk deskundigen of iets belangrijk erfgoed is, een expertbenadering. Bij Immaterieel Erfgoed bepalen de dragers van de traditie zelf of die traditie behoort tot het erfgoed. Een gesubjectiveerde benadering.
Als tweede verschilt de bescherming. Materieel Erfgoed wordt, als het ware, onder een glazen stolp opgeborgen om zoveel mogelijk in de originele toestand bewaard te blijven. 

Immaterieel Erfgoed (tradities, rituelen, ambachten) moet juist levend zijn en blijven, overgedragen worden aan nieuwe generaties en zich gelijktijdig blijven aanpassen aan de gewijzigde maatschappelijke omgeving. De voordragende gemeenschap moet daarom vooral aangeven hoe zij dat denken te doen: de traditie in stand houden en overdragen. Zie verder de toelichting op de Nationale Inventaris

De plaatsing van Immaterieel Erfgoed op de Nationale Inventaris is altijd een feestje. Door vertegenwoordigers van de VIE van de voordragende organisatie en vaak een politiek bestuurder wordt dan plechtig een oorkonde ondertekend. Ik mocht een aantal keren optreden als vertegenwoordiger van de VIE. 

Bij zo’n plaatsing ben ik iedere keer weer geraakt door twee dingen. De emoties die de erkenning door de plaatsing op de inventaris bij de betrokkenen oproept, zijn op hun beurt ontroerend. En hoe daaruit blijkt dat die tradities een belangrijk samenbindend effect hebben binnen de gemeenschappen die de tradities dragen.

De Acht van Chaam is geen kermiskoersje waar profwielrenners na de Tour de France een zak geld komen ophalen en onderling al hebben afgesproken wie er zal winnen. Het is niet alleen een echte wedstrijd, maar vooral een jaarlijks hoogtepunt in de regio waarbij veel meer activiteiten plaatsvinden. Twee dagen waar naar uitgekeken wordt – en op teruggekeken blijft worden – en waar het hele jaar door een grote groep vrijwilligers hard voor aan het werk is.
De ervaringen bij die plaatsingen hebben mijn kijk op immaterieel erfgoed en het belang ervan veranderd. Ik ging me in toenemend mate ergeren aan het dedain waarmee de Randstedelijke – zelf benoemde – culturele en intellectuele elite neerkijkt op volkscultuur en de tradities en rituelen van ‘gewone’ mensen. Zo was ik zelf als Randstedeling ook begonnen.

Bij de plaatsingsceremonie werd ook het standbeeld voor de Acht van Chaam op een nieuwe plek in het dorp onthuld. Zie voor meer informatie De Acht op de Nationale Inventaris

Bij zo’n plaatsing moet je natuurlijk een toespraakje houden. Ik begon zo:

“…Als u mij zo ziet staan, zult u het misschien niet geloven, maar ik ben een fanatieke toerfietser. Al veertig jaar ga ik, samen met mijn vrouw elke vakantie met de fiets op trektocht. Dat deden we ondertussen in meer dan dertig landen en we zijn de wereld al vijf keer rondgefietst. Staat natuurlijk in geen verhouding tot de afstanden die de wielrenners afleggen.
Mijn oudste herinnering aan wielrennen is de Tour de France van 1956, de Tour waarin Woutje Wagtmans tot in de tweede Alpenetappe de gele trui droeg. Ik was toen negen en mijn ouders hadden voor de eerste keer het geld om een vakantiehuisje te huren in de Achterhoek. Mijn vader zat elke middag met zijn oor in de radio om het etappeverslag te horen. Je weet nooit meer wat je echte eigen herinneringen zijn en wat je later hoort, leest en toevoegt. Maar dat beeld van mijn vader aan zijn radio terwijl ik mijn mond moest houden en dus meeluisterde, dat is echt.


Wielrennen is dan ook mijn sport. Ik kijk het liefst naar het lijden, renners die in bergetappes afhaken, aan het elastiek komen te hangen, weer terugkeren, weer afhaken…tot dat ze definitief verdwijnen. Terwijl ondertussen vanuit de achtergrond anderen oprukken. Ik vind het jammer dat niet de hele wedstrijd op de TV beter in beeld wordt gebracht. En ik ben blij dat wij de Belgische TV op de kabel hebben want die commentatoren hebben er verstand van. Op de Nederlandse TV praten ze over allerlei bijzaken en missen ondertussen elke belangrijke ontsnapping, hebben niet in de gaten of ze nu naar de kopgroep, de volgers of het peloton zitten te kijken.
Toch, als het zondag mooi weer is en ik moet kiezen tussen een ritje maken of naar Luik-Bastenaken-Luik te kijken, dan kies ik voor het eerste.
Uw voorzitter zei net dat ik hier de directeur van het VIE vervang omdat die verhinderd is, maar dat moet ik even rechtzetten. Ik heb tegen haar gezegd dat zij de plaatsing van de Acht niet mocht doen omdat ik dat zelf wilde…”

Later mocht ik als gast van het bestuur op 30 juli 2014 de Acht van Chaam bezoeken.

Natuurlijk was ik op de fiets en die parkeerde ik, in het gebied voor de genodigden, tegen het hek van het oude stadhuis van Chaam. Even later kwam een groep wielrenners op dat terrein voor de wedstrijd nog een pastamaaltijd genieten. Laurens ten Dam plaatste zijn fiets tegen de mijne. To, Dumoulin de zijne daar weer voor. Heb vergeten daar een foto van te maken en om een handtekening vragen, daar was ik toch te verlegen voor…

Andere artikelen

Wiener Konditorei

Na bij de Hema nieuwe pyjamabroek en ondergoed te hebben gekocht, in de Wiener weer

Piers Hiem

En plotseling (eind februari 2023) – op weg naar Nij Beets – fietsten wij langs