Bij het voorbereiden van een artikel voor onze Queeste, pakte collega-auteur Wim Schul, een vergeeld boekwerkje uit de kast. Een bloemlezing uit moderne revolutionaire poëzie door Henriëtte Roland Holst samengesteld en ingeleid. Daarin een gedicht over Meezeggenschap. In het begin van de vorige eeuw werden de woorden meezeggenschap en medezeggenschap allebei gebruikt. Artikel Queeste
In haar inleiding omschreef Henriëtte Roland Holst, groot dichteres en bekend strijdster voor een betere samenleving, de gedichten van Last als direct propagandistisch. Bestemd om het gevoel en de gedachten van de arbeiders in socialistische banen te leiden. Menig oudere arbeider zal volgens haar, bij lezing van het gedicht Meezeggenschap, voelen hoe een nieuw verschiet in zijn hart en verbeelding opengaat. (Bladzijde 17). Boek op Delpher

Interessant is dat medezeggenschap is hier een zelfstandige waarde krijgt. Alleen het denken eraan verandert het perspectief van de arbeider. In plaats van loonslaaf wordt hij een zelfbewust mens, die zijn lot in eigen handen neemt. Een romantisch beeld.
Meezeggenschap
Daar straks – in de zon – voor het schaftlokaal –
In de krant – Het Volk – naast een moordverhaal
Een enkel woordje: meezeggenschap
Nu: bergen staal – hap na hap
vreet de machine het allemaal –
en je hoofd maalt het woordje – meezeggenschap
Die gladde machine, de grijze ruit,-
het zwarte hol dat je werk omsluit
vandaag schijnt het anders bij iedere stap.
Je hand doet zijn taak, maar je hoofd kreeg een klap –
’t gestamp der machine spreekt aldoor maar uit
dat enkele woordje: meezeggenschap.
Vanmorgen nog stond je hier, en de wand
van ’t kantoor met loketje en matglazen ruit
was eéuwige scheiding, – mystiek van het besluit
dat beheerschte de taak van je lijf, van je hand.
Vanmorgen nog stond je hier, en je dacht,
het loon van je werk en het lot van je vrouw
óf je werken mocht, of hongeren zou
bepaald door een sterke onwrikbare macht.
Vanmorgen nog stond je hier en je zag
de dingen als altijd zoo vaag en zoo grijs,
nu zingt de machine waarachtig een wijs
die zijn weerklank vindt in jouw schaterlach!
Daar straks – in de zon – voor het schaftlokaal –
In de krant – Het Volk – naast een moordverhaal
Een enkel woordje: meezeggenschap –
En je zegt tot je hand, die het ijzer stuurt:
zoolang slechts, zoolang als ik wil dat het duurt,
en alleen voor wat ik weet dat noodig is.
En tot je machine: jij vreet je staal
omdat ik het wil. Om voor allemaal
meer licht te brengen in duisternis
Je doet het zelfde, je voelt je vrij
voor het éérst, voor het eerst in der dagen rij
door een woordje uit de krant, door een plotselinge klap
in het zwarte hol, voel je wonderlijk blij
de vuile fabriek heeft de geur van de Mei
de heerscher van al die machines wordt jij
en eindloos herhaal je: Meezeggenschap

Interessant is dat medezeggenschap is hier een zelfstandige waarde krijgt. Alleen het denken eraan verandert het perspectief van de arbeider. In plaats van loonslaaf wordt hij een zelfbewust mens, die zijn lot in eigen handen neemt. Een romantisch beeld.
Meezeggenschap
Daar straks – in de zon – voor het schaftlokaal –
In de krant – Het Volk – naast een moordverhaal
Een enkel woordje: meezeggenschap
Nu: bergen staal – hap na hap
vreet de machine het allemaal –
en je hoofd maalt het woordje – meezeggenschap
Die gladde machine, de grijze ruit,-
het zwarte hol dat je werk omsluit
vandaag schijnt het anders bij iedere stap.
Je hand doet zijn taak, maar je hoofd kreeg een klap –
’t gestamp der machine spreekt aldoor maar uit
dat enkele woordje: meezeggenschap.
Vanmorgen nog stond je hier, en de wand
van ’t kantoor met loketje en matglazen ruit
was eéuwige scheiding, – mystiek van het besluit
dat beheerschte de taak van je lijf, van je hand.
Vanmorgen nog stond je hier, en je dacht,
het loon van je werk en het lot van je vrouw
óf je werken mocht, of hongeren zou
bepaald door een sterke onwrikbare macht.
Vanmorgen nog stond je hier en je zag
de dingen als altijd zoo vaag en zoo grijs,
nu zingt de machine waarachtig een wijs
die zijn weerklank vindt in jouw schaterlach!
Daar straks – in de zon – voor het schaftlokaal –
In de krant – Het Volk – naast een moordverhaal
Een enkel woordje: meezeggenschap –
En je zegt tot je hand, die het ijzer stuurt:
zoolang slechts, zoolang als ik wil dat het duurt,
en alleen voor wat ik weet dat noodig is.
En tot je machine: jij vreet je staal
omdat ik het wil. Om voor allemaal
meer licht te brengen in duisternis
Je doet het zelfde, je voelt je vrij
voor het éérst, voor het eerst in der dagen rij
door een woordje uit de krant, door een plotselinge klap
in het zwarte hol, voel je wonderlijk blij
de vuile fabriek heeft de geur van de Mei
de heerscher van al die machines wordt jij
en eindloos herhaal je: Meezeggenschap