Praktisch omgaan met het politiek primaat

Een praktijkcahier als vrucht van een bijzondere samenwerking. Drie schrijvers die de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, Harry Borghouts, aanbeval om hun ruime ervaring. Borghouts was eerder als hoge ambtenaar op Binnenlandse Zaken de eerstverantwoordelijke voor de overheidsmedezeggenschap geweest. Dus hij wist ook waar hij het over had.
Maar er lag wel een verschil van inzicht tussen Loe Sprengers en mijzelf over de toepassing van de WOR op de overheidssector en welke rechter bevoegd zou moeten zijn om de toepassing van het adviesrecht en het zogenaamde politieke primaat te toetsen. Mijn voorkeur was om dat aan de administratieve rechter over te laten, Loe Sprengers stond voor een onverkorte toepassing van de WOR op de overheid en vond dat dus de Ondernemingskamer rechtsprekend moest zijn. In zijn promotie bestreed hij mijn standpunt. Uiteindelijk vonden we een oplossing. De gang naar de administratief rechter op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht werd in sommige gevallen als een bruikbaar alternatief genoemd.
Drie hoofdstukken werden verdeeld, Loe trok lessen uit de jurisprudentie, Henk ging in op de strategische mogelijkheden en ik schetste de achtergronden van het politieke primaat.

Andere publicaties

Artikel

De voorsprong van de achterstand

Medezeggenschap bij de overheid. (themanummer Medezeggenschap op het snijvlak). M&O, Tijdschrift voor organisatiekunde en sociaal beleid. 38 (6) (november/december), 501 – 508.

Artikel

Medezeggenschap en neo-corporatisme

Hoe de Wet op de Ondernemingsraden van 1950 tot stand kwam. Intermediair, 19 (18) (6 mei), 19 – 31. (Met Bert van Hijfte, Hans Keman en Koen de Pater)

Boekbespreking

Mens en werk

(Lezen). Mens(en)werk, 5 (4) (mei), 26.