Concept-verkiezingsprogramma 2002 – 2006

Mede door het oplopende conflict in de Haagse GroenLinksafdeling functioneerde de programmacommissie niet. Het binnen de commissie eens worden over een concept ging moeizaam en lukte niet.

De trekker trok zich, ‘om hem moverende redenen’ terug, anderen hadden nieuwe functies, nieuwe banen of gewoon geen zin meer. In die noodsituatie heb ik, in een toch te onbewaakt moment, toegezegd het dan wel alleen te doen. En het leek me ook leuk om op zo’n manier een mening te moeten vormen over al die zaken die in de stad spelen.

Dus werd de afspraak met het bestuur dat anderen de inhoud zouden leveren en dat ik het programma zou schrijven en redigeren. En zo gebeurde het.

Dat leverde achttien vol geschreven pagina’s met programmapunten op. Ik vond dat veel te veel maar het gevecht tegen de wens om overal een mening over te geven ben ik niet meer aangegaan. Dat was dus vooral veel redactiewerk. In de inleiding nam ik wel de redactionele vrijheid. Leverde een tekst op die ik, bij herlezing, weer leuk vindt. Denk dat zo’n ‘jolige’ inleiding weinig voorkomt in verkiezingsprogramma’s.

STAD IN VERANDERING

Elke verkiezingscampagne weer duiken ze op: affiches achter – steeds minder – ramen waarop kiezers geworven worden met leuzen als “Tijd voor verandering” of “Tijd voor een nieuw beleid”. Blijkbaar heeft de politiek in de voorafgaande jaren zijn werk wéér niet goed gedaan. Het is vreemd dat de grote partijen in het politieke midden, die al tientallen jaren de dienst uitmaken in onze stad, zulke kreten slaken. Een beter bewijs voor falend beleid kan immers niet geleverd worden.

Die partijen bedoelen natuurlijk iets anders. Hun affiches appelleren aan het vooruitgangsgeloof dat breed in de samenleving leeft. Het motto van de moderne tijd klinkt erin door: “het nieuwe is beter dan het oude”.

Een enkele keer reageert een buur op zo’n affiche met een eigen poster, waarop “Tijd voor een nieuwe buurman” staat. Maar veel kiezers nemen die moeite al niet meer. Zolang ze maar niet te veel last hebben van de buurman of van de politiek zal het ze worst zijn. Gelukkig zijn er ook veel mensen in de stad die dat bord niet zetten, maar ondertussen wel een goede buur zijn. Dat zijn al die vrijwilligers die zich belangeloos inzetten voor verenigingen, activiteiten en anderen. Niet gehinderd door de politiek doen zij wat zij vinden dat zij moeten doen. Zo zijn zij desem en cement voor onze samenleving.

GroenLinks wil ook een goede buur zijn. Voor ons staat vast dat onze Haagse samenleving ingrijpend veranderd is en zal blijven veranderen. De vraag is dus niet of er veranderd wordt, maar hoe die veranderingen gestuurd en gebruikt worden. Veranderingen bieden nieuwe mogelijkheden, die wel begrepen moeten worden voordat ze gegrepen kunnen worden. Voor GroenLinks is verandering niet het doel. Het gaat ons om de kwaliteit van het bestaan. Wij willen bijdragen, op elk niveau, op elke plaats, in elk orgaan, aan een duurzame, kleurrijke, rechtvaardige en economisch stabiele stad.

Welke veranderingen wenselijk zijn en welke goede zaken vooral behouden moeten worden, beoordelen wij vanuit onze uitgangspunten. Iedere burger weet eigenlijk wel welke waarden GroenLinks voorstaat. Toch is het goed hier nog eens, als basis voor dit programma en van ons functioneren als politieke partij, de belangrijkste uitgangspunten te formuleren.

Ook in die uitgangspunten nam ik mijn dichterlijke vrijheden. Twee daarvan, waarover ik ook best tevreden ben, als voorbeeld. Teksten die nog steeds actueel zijn. En mij niet door iedereen in dank zullen worden afgenomen.

Sociale rechtvaardigheid door de sociaal-economische tweedeling te bestrijden
Als er iets is waaraan wij denken als we ‘Den Haag’ zeggen is het sociale tweedeling.
Geen stad kent zo’n scherp onderscheid tussen de hogere en lagere inkomensgroepen, tussen rijke en arme wijken. In bijna alle denkbare maatschappelijke verschijnselen keert die tweedeling terug. Inkomensverschillen hangen samen met kansen op de arbeidsmarkt, met kansen op de woningmarkt, met kansen in het onderwijs, met mogelijkheden om deel te nemen aan recreatieve, sportieve en culturele activiteiten, met mogelijkheden om mee te praten over de toekomst van de eigen buurt, de stad en de regio.
Die tweedeling is bepalend voor allerlei sociale ontwikkelingen. De stad wordt steeds meer een stad van ouderen, eenzamen, armen, immigranten. In die stad zijn natuurlijk vanouds betere buurten, die met hun rug naar de andere kant leven. Tenminste, tot het moment dat bijvoorbeeld de bus wat minder frequent richting centrum rijdt. Nieuwe Hagenaars vestigen zich in de architectonische massabouw van rijtjes eengezinswoningen op VINEX-locaties. Fysieke scheiding valt steeds weer samen met sociale en economische tweedeling.
Waar mogelijk moet die tweedeling bestreden en voorkomen worden, waar nodig moeten de gevolgen van die tweedeling worden opgevangen. Dat betekent dus iets voor de wijze waarop we de stad verder willen ontwikkelen. Daarnaast vraagt het om een aktief armoedebeleid, om verbetering van zorg- en onderwijsvoorzieningen, om een sociaal huisvestingsbeleid.

Het zal niet zo lang meer duren of Den Haag heeft geen culturele meerderheid meer. Den Haag wordt een stad van minderheden. Dat roept nieuwe vragen op. Hoe moeten we omgaan met verschillen tussen groepen Hagenaars? Hoe overbruggen we de afstand tussen mensen, ontstaan door vooroordelen? Hoe maken we met zijn allen gebruik van de rijkdom aan verschillen?
Natuurlijk denken we in de eerste plaats aan de stadgenoten die nog een directe relatie voelen met het land waar hun wortels liggen. Mensen die hier gekomen zijn om voor anderen te werken, mensen die het gebrek aan perspectief of het gebrek aan vrijheid zijn ontvlucht. Maar net zo goed kunnen we denken aan andere groepsindelingen. Aan alle verschillende groepen die geen of een ander geloof belijden. Aan mensen met verschillende seksuele voorkeuren. En natuurlijk ook aan verschillen tussen mannen en vrouwen en tussen leeftijdsgroepen.
Denken in groepen is eigenlijk al achterhaald. Mensen zijn zo geïndividualiseerd, dat zij niet meer tot een groep horen, maar meer deel uitmaken van iets dat het best valt te omschrijven als ‘sociale netwerken’. Als er een uitdaging ligt voor onze stad is het: groeien naar een samenleving waarin geen minderheden meer leven, maar burgers die vanuit de eigen identiteit deelnemen aan een diverse, multiculturele samenleving.

Voor het plaatsen van dit bericht heb ik op internet gezocht naar het uiteindelijke verkiezingsprogramma van GroenLinks. Een beetje tot mijn verrassing zijn ‘mijn’ teksten daarin onveranderd opgenomen. Zo werd ik dus redactioneel verantwoordelijk voor twee concurrerende verkiezingsprogramma’s.

PDF

Jong, Jaap de (Red.) (2001, oktober). Concept-verkiezingsprogramma 2002 – 2006, Groen Licht (77A). GroenLinks afdeling Den Haag.
GroenLinks afdeling Den Haag (2002). GroenLinks natuurlijk. Verkiezingsprogramma 2002 – 2006.

Andere publicaties

Boekbespreking

Afbranden

(Lezen). Mens(en)werk, 4 (5) (juli), 26.

Artikel

De geschiedenis van de ABVA

Aaneen 2 (24) (2 september) 13, (26) (30 september), 13 en (3) (3) (11 november), 10 – 11.

Boekbespreking

Weet de linkerhand wel wat de rechter doet?

Dirx, Jan (1982) Buiten het Binnenhof: Over buitenparlementaire aktie (PPR-Schriften 6). PPR Studiestichting. PPR Radikalenkrant, 15 (4) (25 maart 1982), 13.

Boekbespreking

Vadermoord

(Lezen). Mens(en)werk, 5 (1) (januari), 26.